(Eerste strofe)
De Waanzin
Is maar een smalle brug
De oevers zijn verstand en instinct
Ik volg je
Het zonnelicht, de geest verward
Een blind kind dat vooruit kruipt
Terwijl het zijn moeder ruikt
Het spoor is fris, en op de brug
Drupt jouw zweet, jouw warm bloed
Ik zie je niet, ik ruik je slechts
Een roofdier dat voor honger schreeuwt
Ruik ik je van mijlenver
(Refrein)
Je ruikt zo goed!
Je ruikt zo goed!
Ik ga je achterna!
Je ruikt zo goed!
Ik vind je zo goed, zo goed
Ik volg je
Je ruikt zo goed!
Ik heb je bijna!
(Strofe 2)
De Waanzin
Is maar een smalle brug
De oevers zijn verstand en instinct
Ik volg je
Het zonnelicht, de geest verward
Een blind kind dat vooruit kruipt
Terwijl het zijn moeder ruikt
Het spoor is fris, en op de brug
Drupt jouw zweet, jouw warm bloed
Ik zie je niet, ik ruik je slechts
Een roofdier dat voor honger schreeuwt
Ruik ik je van mijlenver
(Refrein)
Je ruikt zo goed!
Je ruikt zo goed!
Ik ga je achterna!
Je ruikt zo goed!
Ik vind je zo goed, zo goed
Ik volg je
Je ruikt zo goed!
Ik heb je bijna!
(Strofe 2)
Comments (0)
The minimum comment length is 50 characters.